AFP

Is this your test? Login to manage it. If not, you can develop a test just like it.

This is a non-interactive preview of the quiz content.

1.
1 point
Eiwitten worden afgebroken tot aminozuren
2.
1 point
Kringspier die de doorgang van voedsel naar de maag regelt.
Zorgt ervoor dat de maaginhoud niet terug kan stromen de slokdarm in.
3.
1 point
De kleine bloedsomloop gaat via de longen.
4.
1 point
Wanneer de hartspier ontspant is dat de onderdruk.
5.
1 point
Het parasympathische zenuwstelsel bereidt voor op actie.
6.
1 point
Het perifere zenuwstelsel is het zenuwweefsel buiten de schedel en het wervelkanaal
7.
1 point
Koolhydraten worden afgebroken tot?
8.
1 point
De slagaders hebben dikke, gespierde wand.
9.
1 point
Waar bestaat het centrale zenuwstelsel uit?

10.
1 point
Wat is een ander woord voor boezem?
11.
1 point
De longader vervoert zuurstofarm bloed.
12.
1 point
Wat is geen functie van de alvleesklier?
13.
1 point
Hoe gaat de kleine bloedsomloop?


14.
1 point
Spierbeweging is een voorbeeld van het autonome zenuwstelsel
15.
1 point
Het bloed vervoert hormonen.
16.
1 point
Wat is een ander woord voor venen?
17.
1 point
Een hogere hartslag is een voorbeeld wanneer het sympathische zenuwstelsel wordt geprikkeld.
18.
1 point
Waaruit bestaat ons circulatiestelsel?
19.
1 point
De peristaltiek van de maag is een voorbeeld van het autonome zenuwstelsel.
20.
1 point
Wat is een ander woord voor de grote lichaamsslagader?
21.
1 point
Welke uitspraak is niet juist?
22.
1 point
Het eten dat we binnen krijgen wordt binnen 48 uur verteerd.
23.
1 point
Het emulgeren van vetten wordt door de galblaas gedaan.
24.
1 point
Welke enzym breekt vetten af?
25.
1 point
Het willekeurige (animale) zenuwstelsel staat onder invloed van onze 'wil'
26.
1 point
Welke uitspraak is juist.
27.
1 point
Hoe wordt de hartspier zelf van bloed voorzien?
28.
1 point
Wat is een ander woord voor capillairen?
29.
1 point
Waar begint de kleine bloedsomloop
30.
1 point
Waar begint de grote bloedsomloop?
31.
1 point
Wat vervoert het bloed?
32.
1 point
Alle aders zijn zuurstofarm.
33.
1 point
Het autonome zenuwstelsel staat onder invloed van onze 'wil'.
34.
1 point
Wanneer het lichaam zich hersteld van actie, vernauwen de pupillen.
35.
1 point
Wanneer de hartspier ontspant is dat de onderdruk.
36.
1 point
Een functie van de lever is koolhydraat stofwisseling; dat wil zeggen het omzetten van suikers in glucose en glucose opslaan in de vorm van glycogeen.
37.
1 point
Wat is spijsvertering
38.
1 point
Waarvoor dienen de hartkleppen?

39.
1 point
De inhoud van de dikke darm is zeer waterig.
40.
1 point
De longslagader is gevuld met zuurstofrijkbloed